-
1 afbreuk
♦voorbeelden:afbreuk doen aan • harm, damagehet doet een beetje afbreuk aan het geheel • it does spoil the effect somewhat -
2 het goed/kwaad met iemand menen
het goed/kwaad met iemand menenmean well towards someone, mean someone harmVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het goed/kwaad met iemand menen
-
3 menen
1 [in ernst bedoelen] mean3 [veronderstellen] think♦voorbeelden:1 dat meen je niet! • you can't be serious!ik meen het! • I mean it!het was goed gemeend • it was meant wellhet goed/kwaad met iemand menen • mean well towards someone, mean someone harm3 ik meende hem te moeten waarschuwen • I thought/felt I ought to warn himhij meende te weten dat … • he understood that …ik meende dat … • I thought … -
4 berokkenen
-
5 iemand afbreuk doen
iemand afbreuk doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand afbreuk doen
-
6 iemand schade/leed berokkenen
iemand schade/leed berokkenencause someone harm/sorrowVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand schade/leed berokkenen
-
7 kwaad
kwaad1〈 het〉♦voorbeelden:hij doet geen vlieg kwaad • he wouldn't hurt a flyvan geen kwaad weten • be completely innocentik zie daar geen kwaad in, daar steekt geen kwaad in • I don't see any/there's no harm in thatvan kwaad tot erger vervallen • go from bad to worsekwaad stichten • do harm/damagehet kwaad was al geschied • the damage had already been donedat kan geen kwaad • it can't do any harmzij bedoelt daar geen kwaad mee • she doesn't mean any harmvan twee kwaden de minste kiezen • choose the lesser of two evils————————kwaad23 [boos] angry♦voorbeelden:het was lang niet kwaad • that wasn't (at all) badhet te kwaad krijgen • be overcome (by); 〈 emoties〉 break down; 〈 in 't nauw gedreven〉 be hard pressed2 ze bedoelde er niets kwaads mee • she meant no harm/offencehet is niet kwaad bedoeld • that isn't/wasn't meant badlyzich kwaad maken, kwaad worden • get angryiemand kwaad maken • make someone angryhij wordt snel/niet snel kwaad • he has a quick/slow tempervreselijk kwaad • hopping madkwaad zijn op/om iemand/iets • be angry at/with someone/at/about something¶ aan hem heb je een kwaaie • he's a nasty/ugly customerII 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:hij is de kwaadste niet • he's not a bad guy -
8 boos
7 [verderfelijk] evil, wicked, corrupt, depraved♦voorbeelden:in een boze bui • in a fit of angerboos kijken (naar iemand) • scowl (at someone)iemand boos maken • make someone angryje moet niet boos worden • don't be angryzich boos maken om iets • get angry about somethinghij is boos op zichzelf • he's angry at himselfboos worden op iemand • get angry at someonehet was geen boze opzet • there was no harm intendedboze tongen • evil tongues -
9 leed
leed1〈 het〉♦voorbeelden:het leed van de oorlog • the evils of warhet leed is weer geleden • that wasn't so bad, was it?————————leed21 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 sorry ⇒ 〈 afgunst〉 envious, 〈 bijwoord〉 with sorrow, 〈 afgunst〉 enviously, 〈 misnoegen〉 with disfavour♦voorbeelden:1 iets met lede ogen aanzien • look upon something with envy/sorrow -
10 belang
2 [belangstelling] interest (in)♦voorbeelden:het is in je eigen belang • it's in your own interesttegengestelde belangen hebben • have conflicting interestsiemands belangen behartigen • look after someone's interestsbelang(en) hebben in een bedrijf • have an interest in a companybelang bij iets hebben • have an interest in somethinghij heeft er alle belang bij het te verzwijgen • he has every reason to keep it quietiemands belangen schaden/benadelen • harm/prejudice someone's interestsin het belang van uw gezondheid • for the sake of your health2 belang stellen in • be interested/take an interest ineen zaak van ondergeschikt belang • a matter of minor importanceveel belang hechten aan iets • set great store by somethingde presentatie is daarbij van groot belang • the presentation matters greatly -
11 naam
♦voorbeelden:een man van naam • a man of repute/standingiemand met naam en toenaam noemen • mention someone by (his full) namede eigen naam • one's maiden namehet kan nadelig zijn voor zijn goede naam • it may harm his reputationeen goede/slechte naam hebben • have a good/bad reputation/namedaardoor heeft het beroep een slechte naam gekregen • this has given the profession a bad namezijn naam eer aandoen • live up to one's reputation/namede rol waarmee hij naam heeft gemaakt • the role that made his namedat mag geen naam hebben • that's not worth mentioningde naam hebben (van) rijk te zijn • be said to be richlaat mijn naam erbuiten • leave my name out of thiszijn hond luistert naar de naam Mao • his dog answers to (the name of) Maonaam maken • make a name for oneself (with/as)een collega wiens naam ik niet zal noemen • a colleague who shall remain namelesszijn naam ophouden • live up to one's name/reputationzijn naam ergens onder zetten • sign one's name to somethingde dingen bij de naam noemen • call a spade a spadehij is in naam eigenaar • he is nominally the owner/the owner in name (only)vrij op naam • no legal charges, no law costseen cheque uitschrijven op naam van • make out a cheque tozij heeft vier boeken op haar naam staan • she has four books to her namehet huis staat op zijn naam • the house is in his namete naam stellen van • put in the name often name van, op naam van • in the name ofuit mijn naam • from me, on my behalfiemand van naam kennen • know someone by namewat was uw naam ook weer? • what did you say your name was?de grote namen in het peloton • the big names among the packin naam der wet • in the name of the lawmet name • particularly, in particular -
12 aantasten
2 [aanvallen] attack♦voorbeelden:die geruchten tasten onze goede naam aan • those rumours tarnish our good nameiemand in zijn eer aantasten • injure someone's honour -
13 benadelen
♦voorbeelden:zich benadeeld voelen • feel badly done by -
14 gevaar
2 [hachelijke toestand] danger3 [risico] risk♦voorbeelden:1 het gele/rode gevaar • the yellow/red perilzich aan gevaren bloot stellen • expose oneself to dangerser dreigt gevaar • danger threatens, there is dangerhij is een gevaar op de weg • he's a menace on the roadsgevaar lopen • be in dangerzorg ervoor dat ze geen gevaar lopen • keep them out of harm's wayhet gevaar trotseren • defy dangergevaar vermoeden/ruiken/bespeuren • sense/scent dangergevaar vormen/opleveren (voor) • be a danger (to)in gevaar zijn/verkeren • be in dangermet gevaar voor eigen leven • at (the) risk of one's lifemet groot gevaar voor • at great risk tohij is een gevaar voor de maatschappij • he is a public menacehet is niet zonder gevaar • it is not without its dangerser is geen gevaar bij • there is no dangerer bestaat (het) gevaar dat • there is a risk thatpas op, gevaar! • beware, danger!de zieke is buiten gevaar • the patient is out of dangeriemand/iets in gevaar brengen • endanger someone/something3 het gevaar lopen te/dat • run the risk of/thatop (het) gevaar af • at (the) risk ofiets doen op het gevaar af • risk/chance (doing) something, take a chance on (doing) something -
15 iemand leed doen
iemand leed doenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand leed doen
-
16 iemand zwaar lichamelijk letsel toebrengen
iemand zwaar lichamelijk letsel toebrengenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand zwaar lichamelijk letsel toebrengen
-
17 iemands belangen schaden/benadelen
iemands belangen schaden/benadelenharm/prejudice someone's interestsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemands belangen schaden/benadelen
-
18 letsel
1 injury♦voorbeelden:iemand zwaar lichamelijk letsel toebrengen • inflict grievous bodily harm on someonelichamelijk letsel oplopen • sustain physical injuryhij is er zonder letsel afgekomen • he escaped without injury -
19 schenden
-
20 vlieg
См. также в других словарях:
harm — harm1 [ harm ] noun uncount ** injury, damage, or problems caused by something you do: projects that lead to environmental harm do/cause (someone) harm: The occasional piece of candy doesn t do you any harm. The new law is likely to do… … Usage of the words and phrases in modern English
harm — I UK [hɑː(r)m] / US [hɑrm] noun [uncountable] ** injury, damage, or problems caused by something that you do projects that lead to environmental harm do/cause (someone) harm: Eating sweets occasionally doesn t do children any harm. The new law is … English dictionary
harm a hair on someone's head — harm a hair on (someone s) head to hurt someone. He adores the girl he wouldn t harm a hair on her head. (often negative) If he so much as harms a hair on her head, I won t be responsible for my actions … New idioms dictionary
harm a hair on head — harm a hair on (someone s) head to hurt someone. He adores the girl he wouldn t harm a hair on her head. (often negative) If he so much as harms a hair on her head, I won t be responsible for my actions … New idioms dictionary
someone wouldn't harm a fly — someone wouldn’t hurt/harm a fly spoken phrase used for saying that someone is very gentle and would not do anything to hurt or upset anyone Terry may look tough, but he wouldn’t hurt a fly. Thesaurus: kind and gentle and sensitivesynonym… … Useful english dictionary
Harm Ottenbros — (born 27 June 1943 in Alkmaar) is a former Dutch road bicycle racer who raced as a professional from 1967 to 1976. Ottenbros is best remembered for capturing the gold medal and rainbow jersey at the 1969 world cycling championship road race in… … Wikipedia
harm — harm1 S3 [ha:m US ha:rm] n [U] [: Old English; Origin: hearm] 1.) damage, injury, or trouble caused by someone s actions or by an event ▪ Modern farming methods have done considerable harm to the countryside. ▪ Socks that are too tight can cause… … Dictionary of contemporary English
harm — [[t]hɑ͟ː(r)m[/t]] ♦♦♦ harms, harming, harmed 1) VERB To harm a person or animal means to cause them physical injury, usually on purpose. [V n] The hijackers seemed anxious not to harm anyone. Syn: injure, hurt 2) N UNCOUNT: oft N to n … English dictionary
harm — 1 noun (U) 1 damage, injury, or trouble caused by someone s actions or by an event: do harm to: Modern farming methods have done considerable harm to the countryside. | do more harm than good (=cause even more problems rather than improving the… … Longman dictionary of contemporary English
someone comes to no harm — no harm comes to someone/something someone something comes to no harm phrase used for saying that someone or something is not damaged, hurt, or badly affected I’ll try to look after him and see that he comes to no harm. Thesaurus: in good… … Useful english dictionary
harm*/ — [hɑːm] noun [U] I injury, damage, or problems caused by something that you do Eating sweets occasionally doesn t do children any harm.[/ex] Changes to the law may do more harm than good (= make things worse not better).[/ex] • not mean any harm… … Dictionary for writing and speaking English